Columns > ‘Broek uit! Broek uit!’

‘Broek uit! Broek uit!’

Hansje Bunschoten is niet Hansje Ravesteijn. De eerste is een oud-zwemster, kankerpatiënt en programmamaakster. De tweede een soort van zangeres van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig.

 

Ik zag de eerste gisteravond op televisie en dacht dat het de tweede was. ‘Die heb ik ontmoet’, zei ik tegen mijn vrouw en vertelde over commando’s die wekenlang levende kippen met blote tanden en handen hadden gedood en opgegeten en dat de kapiteins allemaal enorme snorren hadden en dat er aan het slot van hun best zinloze oefening een feest was. In de buurt van Geertruidenberg was het. Ik was 22 jaar, journalist bij een soldatenblad en ging achterop de motor van fotograaf Levien Willemse naar dat feest. Om Hansje Ravesteijn te interviewen.

‘Daar moet je zijn’, wees een korporaal naar een tent. ‘Daar zit ze.’

Hansje Ravesteijn was druk bezig een legging met tijgerprint aan te trekken. Het shirt moest nog aan en onder dat shirt moest geen beha en dus keek ik naar twee blote borsten. ‘Daar is een stoel’, zei Hansje, ‘je kunt alvast beginnen met je interview – ik ga ondertussen door met me opmaken, oké?’ Levien frunnikte wat aan zijn camera. Hij was in de leer bij topfotograaf Vincent Mentzel en die was van de NRC en niet van Privé of Playboy – anders had Levien het wel geweten. Maar nu bleef de camera ongebruikt.

Geen idee meer waar het gesprek over ging. Vast over Libanon, waar ze kort daarvoor had opgetreden. De rel die ze daar veroorzaakte was bijna haar nationale doorbraak geworden. Een dorp vol streng gelovige moslims had haar op een podium zien staan. Ze schoot met een waterpistooltje in het publiek, ‘Piew, piew’, riep of zong ze en zo heette het liedje ook waarmee ze toen op nummer 168 in de top 40 stond. De dorpsbewoners hadden het podium bestormd en het was voor de Nederlandse blauwhelmen de meest heftige oorlogservaring ever geweest, daar in Libanon. Nou ja, tot Bosnië dan.

Toen ik genoeg van haar borsten had gezien, trok ze een shirtje aan, stiftte haar lippen en besloot dat het tijd was om te gaan optreden. Weer met dat waterpistooltje. ‘Piew, piew’, riepzong ze en de militairen scandeerden dat ze haar broek uit moest doen. Ik stond achter in de tent naast een kolonel en die vond dat ook. Ik keek hem aan bedacht dat hij pakweg vijftig was en dat thuis een vrouw en drie dochters naar Kenmerk of Van Gewest Tot Gewest zaten te kijken. ‘Broek uit! Broek uit!’ schreeuwde de kolonel. Er hing bierschuim aan zijn snor.

Hansje Ravesteijn zei na afloop dat het een geslaagd optreden was. ‘Maar niemand luisterde naar wat je zong’, wierp ik tegen. ‘Maar ik was wel de baas’, zei ze. ‘Want ik heb mijn broek toch maar mooi aangehouden.’

 

Gisteravond zag ik Hansje Bunschoten op televisie. Na afloop zocht ik haar op, op Wikipedia. En ontdekte dat die Hansje dus niet ‘mijn’ Hansje is. Hansje Bunschoten zwom, maakt programma’s, heeft hersentumoren waar ze niet van geneest en kreeg vast nog nooit in werktijd het verzoek haar broek uit te doen.

Hansje Ravesteijn zit op Facebook. Ze is modestilist, lees ik daar. Fotograaf ook. Kunstschilder. En ook nog eens freelance musicus. En ze heeft ‘geen scholen om weer te geven’. De kolonel zou het vast niet erg hebben gevonden.