Belfast
Nummer 37 is zoek. Op de plattegrond, uitgereikt door de receptioniste van het hotel in Belfast, staan 40 must-see bars, restaurant, musea, hop-on-en-ook-weer-off-busdiensten en monumentale gebouwen. Onderweg van sushibar naar hotel wandelen mijn vrouw en ik een pub binnen. Precies op de locatie waar volgens de plattegrond attractie 37 zit. We bestellen koffie en zoeken wat de plattegrond over deze pub te melden heeft.
Niets.
In de legenda en advertenties rond de kaart zijn beschrijvingen te vinden van attracties 1 tot en met 36 en die van 38, 39 en 40. Geen nummer 37. Mijn smartphone, die de hele middag in de stad precies wist te melden waar ik uithing, laat weten dat ik tweehonderd meter verderop ben. Waar ik echt ben, daar ben ik volgens mijn telefoon niet.
Achter de bar staat een magere, oude man. Zijn bretels hangen losjes om zijn witte overhemd en zijn leesbril balanceert op het puntje van zijn neus als hij me wenkt. Of ik misschien wat tips nodig heb voor deze stad. Hij adviseert me een bezoek aan de, inmiddels in onbruik geraakte, gevangenis. En de werf waar de Titanic werd gebouwd. En ik moet morgen zeker terug komen. Want live muziek.
Als ik even later met mijn vrouw naar het hotel wandel, moet ik ineens denken aan Theo Stokking. Voor de jonge lezers: dat was tot zo’n dertig jaar geleden een radiomeneer van de KRO. Hij maakte eind jaren zeventig op, wat toen heette, Hilversum 3 een programma over The Beatles. Specifieker: over de vermeende dood van Paul McCartney. Voor wie het even heeft gemist: zo rond de opnamen van de prachtige elpee Sgt Peppers zou McCartney zijn overleden. Na het allerlaatste nummer van die elpee, dat begint met de gezongen mededeling dat er iemand is verongelukt ‘in a car accident‘, klinken onverstaanbare geluiden. Draai die geluiden vertraagd en achterstevoren terug en u hoort diverse keren ‘Paul is dead‘. Niet op alle persingen van die elpee trouwens.
Stokking dook in het mysterie en ontdekte dat de hoes van de elpee vol verwijzingen zit. De collage van foto’s van beroemdheden vormt het decor van een uitvaart. En dan die bloemen aan de voeten van die celebrities: daarin zit een telefoonnummer verstopt. Stokking ontcijferde dat nummer, belde het en kreeg een mevrouw aan de telefoon. Of meneer Theo morgen terug kon bellen, dan was er iemand die meer wist van meneer McCartney. Stokking hing op, belde de dag daarna weer en hoorde – net als de luisteraars van Hilversum 3 – een riedeltje tonen dat zoveel betekende als ‘Dit nummer bestaat niet’. Stokking was een KRO-radiomeneer en liet het er dus niet bij zitten. Hij belde de informatiedienst van British Telecom en daar wist een hulpvaardige informatrice te vertellen dat het nummer inderdaad buiten gebruik was genomen. Een jaar of dertig geleden.
Morgen ga ik weer naar die pub. Op de plek waar ik vandaag was, staat dan een kantoorkolos. Een halve eeuw geleden gebouwd. Een voorbijganger vraag ik naar de kroeg. ‘Die is zo rond 1940 afgebroken,’ zal die voorbijganger vertellen. ‘Een bijzonder verhaal. De kroegbaas is al lang dood, maar het kantoorpersoneel in dat gebouw zegt dat ze hem nog wel eens door de gangen zien zweven. Een oude magere man. Wit overhemd, bretels…’
‘En een leesbril, op het puntje van zijn neus,’ maak ik de zin van de voorbijganger af. ‘Ah, u kent de mythe,’ zal de voorbijganger zeggen.