Columns > Bastenaken

Bastenaken

Dat hadden de inwoners van Bastogne in 1944 vast niet kunnen bedenken. Dat de ellende die ze meemaakten met Duitsers die eerst bezetten, toen werden verdreven en ineens weer terug waren, uiteindelijk tot een fotogeniek plekje voor trouwstelletjes zou leiden.

Het is de tweede zaterdag van april. Het miezert rond het War Museum. Dat museum gaat een heel klein beetje over leed, honger, verdriet en pijn en heel erg over militaire bewegingen. Over hoe de Amerikanen Bastogne in 1944 bevrijdden en hoe de Duitsers ineens terugsloegen en de omgeving van, wat wij noemen, Bastenaken heroverden. Via de koptelefoon horen we over geheime boodschappen, verborgen in de lamp van een fiets, over een schuilkelder onder een café en over omtrekkende, terugtrekkende en andersoortige bewegingen. We lopen langs tanks, poppen in uniform en kaarten vol met pijlen.

De laatste fase van de Tweede Wereldoorlog is in Bastogne niet stilletjes voorbij gegaan. Het was een heftige tijd. Heftig genoeg om na de oorlog een prachtig museum te bouwen, vlak buiten de bebouwde kom van het Ardennenstadje. Naast het museum staat een indrukwekkend en Amerikaans-patriottisch monument. Via een wenteltrap komt de bezoeker op een plateau in de vorm van en Amerikaanse ster – in brons gegoten kaarten vertellen daar welk korps waar ooit bivakkeerde en de aanval of verdediging inzette. Het is bedoeld om indruk te maken en om stil te worden. Je kijkt over de omgeving, fantaseert de koude winter en de bange, klappertandende soldaten daar beneden.

Maar de oorlog is al lang geleden en de wenteltrap is een fotogenieke plaats voor een huwelijksreportage. En dus zien we op één van laagste treden de met moeite in wit geperste bruid, een bochtje hoger de bruidegom en nog wat hoger de fotograaf. ‘En dan nu naar beneden kijken, Louis. En jij, Marie, omhoog kijken.’

Ik fantaseer een pas getrouwd stelletje in Ravensbruck of Auschwitz. Dat de fotograaf vraagt of de bruid op de houten brits wil gaan zitten en dat de bruidegom dan over haar heen buigt en een stukje droog brood voert. ‘Ik laat ze afdrukken in zwart-wit’, belooft de fotograaf.

In het restaurant van het museum liggen de folders van oorlogsmonumenten en oorlogskerkhoven naast die van het regionale safaripark en de kartbaan. We bestellen koffie, bladeren door de folders en overwegen wat we de rest van ons Ardennenweekeinde gaan doen. De Hare Krishna-beweging schijnt even verderop hun intrek te hebben genomen in een zeventiende eeuws kasteel.

Dat moesten we maar eens gaan bekijken.