Amsterdammers
In het dorp waar ik woon, hebben we één middelbare school, maar een handjevol restaurants, geen openbare sauna, geen theater, net zo veel bioscopen als theaters en één leuk maar minuscuul museumpje. Voor een gezellig avondje of dagje uit moeten mijn vrouw en ik al snel ons heil buiten het eigen dorp zoeken.
Laatst wilden we naar de sauna en moesten daarvoor naar Son. Voor de bioscoop gaan we nogal eens naar Veghel. Omdat we eens een menukaart wilden zien die we nog niet uit ons hoofd kenden, reden we een paar weken geleden naar Uden. En als we langer dan een uurtje willen winkelen, gaan we naar Den Bosch. En heel soms naar Eindhoven. Soms willen we een dag de toerist uithangen. Daarvoor gaan we naar Maastricht, Antwerpen of Amsterdam.
Ik woon in een dorp en kom nog eens ergens.
Mijn zoon, die zijn jeugd in hetzelfde dorp doorbracht, werkt sinds een jaar in Amsterdam. Hij vertelde me over zijn Amsterdamse collega’s. Dat die in Amsterdam naar het theater gaan, in Amsterdam naar de bioscoop, in Amsterdam naar het restaurant, in Amsterdam naar een museum en in Amsterdam naar de sauna.
‘Ze komen nergens’, zuchtte mijn zoon. ‘En daardoor creëren ze hun eigen beeld over ons dorp. En over dorpen in het algemeen. Over de steden rond Amsterdam waar ze nooit komen. En over de rest van de wereld.’
Wilt u mensen ontmoeten die niet bekrompen zijn, die open staan voor de wereld en nog eens ergens komen, u vindt ze in het dorp. Als ze niet toevallig op pad zijn.