Columns > Adolf

Adolf

Adolf. Zo heet mijn boekje. Ik had graag geschreven: zo heet mijn boek. Maar met 80 pagina’s was het allemaal wel verteld. En dan ook nog eens in een lettergrootte die mijn slechtziende moeder bijna zonder bril kan lezen.

Nederland heeft ruim zestien miljoen inwoners en ruim zestien miljoen daarvan zijn van plan ooit een boek te schrijven. Ik ben een kuddedier, want schreef een boek. Boekje.

Het is bijna klaar. Ik heb het naar een uitgever gestuurd en die was zo aardig me een boek met commentaar en, echt waar, complimenten terug te sturen. Ik heb het commentaar gelezen en heb daarna een versie 2 geschreven. En daarna versie 3. Versie 5 is bijna klaar en dat is echt de laatste.

Ik ben inmiddels erg van mijn boekje gaan houden. Zo erg, dat ik uiteindelijk in een grote bocht om uitgevers aan het wandelen ben en het in eigen beheer ga uitgeven. Wat hielp bij die beslissing was de ervaring van een bekende die wél een uitgever wist te strikken. En later in de kleine lettertjes wat las over zelf ook nogal wat dozen met boeken moeten afnemen. Hij zoekt nog een garagebox. Of twee garageboxen. En alle boekhandelaren in de ruime regio kennen hem inmiddels. En zijn auto met aanhanger.

Ik hou niet alleen veel van mijn boekje, ik hou ook erg van de door mij bedachte hoofdpersoon. Adolf heet ie dus, net als het boek. En nee, het gaat niet over Hitler. Want mijn Adolf heeft een groot deel van mijn verhaal geen idee wie zijn naamgenoot is. Had ie dat wel geweten, dan had hij wel een ander soort snor laten groeien.

Wist mijn Adolf veel.

 

Over een week of drie, vier is het klaar. En mag u gaan bestellen. De eerste vijfduizend bestellers krijgen een exemplaar met een opdracht en handtekening. Zo ben ik.