Columns > Zweden, 2040

Zweden, 2040

Het is 2040. Achttien jaar nadat het vaccin tegen corona wereldwijd beschikbaar kwam. En twintig jaar nadat allerlei regeringen, instituten en virologen met beperkte kennis en ervaring hun best deden er wat van te maken. In 2040 weten mensen niet meer welk land streng de boel op slot gooide en welk land de teugels liet vieren.

In 2040 is Gustav Lloyd 52. Gustav is dan, fantaseer ik in juni 2020, vrijgezel. Maar daar lijkt tot zijn genoegen verandering in te komen. Gustav zit in een café. In 2040 zijn er in dat land nog altijd maar een stuk of zes kroegen, want Zweden hebben in 2040 nog net zo’n gruwelijke hekel aan gezelligheid als in 2020 en in 2000 en in 1980. Gustav drinkt ecologisch verantwoord bramensap met een rietje en raakt in gesprek met een dame. Een Zweedse dame en die heet dus Inga.

En potjandorie, de klik is enorm. Zij kan urenlang vertellen over elanden en hij weet haarfijn uit te leggen waarom een spar toch echt mooier is dan een den. ‘Ga je mee met me naar huis?’ vraagt Inga. Gustav knikt en vraagt of ze het contract bij zich heeft. Dat heeft ze. Hij en zij zetten hun handtekening en leggen daarmee vast dat het met wederzijdse goedkeuring is, de seks die mogelijk nog gaat komen.

Een uurtje later zitten Inga en Gustav in het eerlijk blankhouten appartement van de Zweedse en na het tweede glas sparrenboomsap en parafen onder de bijlagen van de wederzijdse-goedkeuring-seks doet zij haar bloes uit. En hij zijn t-shirt.

En dan ziet ze het. De tattoo op zijn bovenarm. Een tattoo van een man. Een gezicht. Of dat zijn vader is. Gustav bloost. ‘Neuh.’ Dat is Zweeds voor nee.

‘Iemand die actievoert voor het milieu?’ Milieu, dat is Zweeds voor milieu.

‘Neuh, neuh.’ Wie of het dan is. ‘Het is Anders Tegnell.’

‘Who the feuk is Anders Tegnell?’

‘Dat was in 2020 een viroloog. En die was heel beroemd. Een week of drie.’

Waarom Gustav een tattoo plaatste van iemand die drie weken bekend was. ‘Meneer Tegnell deed niet mee aan maatregelen tegen corona en dat vonden we heel stoer. We konden gewoon naar alle kroegen van Malmö. Naar allebei.’

‘Die man zegt me niks’, zegt Inga. Gustav legt uit hoe het met de viroloog verder ging. ‘Na een paar weken zei hij sorry, want er gingen wel heul veul mensen dood. En toen kreeg hij een baan als boekhouder bij het Nationaal Instituut Voor Het Tellen Van Naaldbomen en was iedereen hem vergeten. En zat ik met die tattoo.’

Inga spert haar ogen. ‘Werkte die man bij het Nationaal Instituut Voor Het Tellen Van Naaldbomen?’ Gustav knikt. ‘Telde hij dennen?’ ‘Ja. ‘Sparren?’ ‘Ook.’ Ze hapt naar adem. Kreunend: ‘Lariksen?’ Gustav moet even denken. ‘Vast wel.’

Wat volgt is een hoop kreunen, steunen, neuken en beuken. Dat is Zweeds voor kreunen, steunen, neuken en beuken.