Columns > Raadsleden inpakken

Raadsleden inpakken

Over de moeizame relatie die raadsleden met wethouders hebben, had ik het op deze plaats al eens. Ik schreef er al vaker over en dat geeft wel aan hoe dom ik me als raadslid eenzijdig heb gericht op de dagelijks bestuurders in mijn gemeente. De ambtenaren zag ik over het hoofd.

Tot afgelopen week. Ik neem u mee naar afgelopen donderdag.

 

Ik schuif aan tijdens een zogeheten beeldvormende avond aan. Zo noemen we in mijn gemeente bijeenkomsten waarin raadsleden worden geïnformeerd over allerlei onderwerpen. Er is doorgaans geen debat, dat bewaren we voor de commissievergadering. En we nemen al helemaal geen besluit, dat mag pas tijdens de raadsvergadering. De beeldvormende avond is bedoeld om – enfin, het woord zegt het al.

Ik ben een laatbloeier, wisten mijn ouders al – ik krijg pas tijdens deze beeldvormend avond in de gaten hoe het zit met de rol van de ambtenarij. En hoe deze avonden worden gebruikt door ambtenaren om raadsleden het beeld te laten vormen dat zij hebben bedacht. Het zijn dan ook ambtenaren die doorgaans presentaties verzorgen. Ook deze avond.

Het gaat over de Omgevingswet. Niet afhaken nu omdat die wet u niet boeit. Want daar gaat dit stukje niet over. Doorlezen.

Die wet kunnen gemeenten grofweg op vier manieren invoeren. Er zijn er vast meer, maar de Vereniging Nederlandse Gemeenten bedacht dat de keuze uit vier al ingewikkeld genoeg is. Over die vier gaan we het dus hebben.

Of nee, toch niet. We gaan het over twee keuzes hebben. De ambtenaar: ‘We richten ons op de keuzes Vernieuwend en Onderscheidend. Want de keuzes Calculerend en Consoliderend, die willen we niet’.

‘Daar gaat de gemeenteraad toch over?’, probeer ik nog. De raad stelt kaders, moet u weten. De manier waarop de Omgevingswet wordt uitgevoerd, dat is zo’n kader. Een kader is zoiets als een opdracht aan het College en daarmee aan de ambtenaren. Deze ambtenaar lacht. ‘Ja, daar gaat u over’, knikt hij en gaat verder. ‘We hebben een reeks vragen. Uw antwoorden bepalen of u voor Vernieuwend of voor Onderscheidend bent.’

Ik ben een beleefd raadslid. Ik loop niet weg, ook niet als iemand me probeert voor de gek te houden. Ik doe braaf mee met de quiz. Bijvoorbeeld met de vraag of alle betrokkenen moeten meedoen met het opstellen van een omgevingsvisie. Ik kan kiezen tussen iedereen volop betrekken of ‘Nee, het kan wel een tandje minder’.

Een beetje ambitieus raadslid die kiest niet voor minder tanden. Iedereen betrekken, besluit ik. Net als alle andere raadsleden.

Zo gaat het nog een tijdje door. Een stokpaardje van het College, gezondheid, wordt genoemd als een belangrijk criterium bij ontwikkelingen. Over andere aspecten van de Omgevingswet geen woord. Of we gezondheid belangrijk vinden. Nou en of, vinden we dat.

 

Na afloop ga ik als een speer naar huis. Want daar ligt een boek op me te wachten, diezelfde dag gekocht. Een ‘geheim handboek’ is het volgens de schrijvers. Een boek waarin ambtenaren leren hoe ze effectief kunnen zijn in hun samenwerking met wethouders en raadsleden. Een boek dus, waarmee ambtenaren leren hoe ze mij kunnen krijgen waar ze mij willen hebben.

De truc van ‘Alleen keuzes voorleggen die jij zelf ziet zitten’ en ‘Sturende vragen stellen’ lag er afgelopen donderdagavond zo dik bovenop, daar trapt geen weldenkend raadslid in. Daar heb ik geen geheim handboek voor nodig.

Nu nog even de sluwe listen herkennen die wel subtiel en dus slim zijn verpakt. Ik ga lezen.