Columns > Kijk de vrijheid recht in de ogen

Kijk de vrijheid recht in de ogen

Het boerkaverbod is een beetje zoals de fusie van Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel tot Meierijstad. De mensen roerden zich pas bijna drie jaar nadat het besluit was genomen en een paar weken voor de nieuwe gemeente van start ging.

U bent een beetje laat met uw meningen. En ik ben een beetje laat met dit stukje. Tegen de tijd dat ik besefte dat die fusie niet deugde, dat was ongeveer een jaar nadat ik enthousiast voor had gestemd.

 

Omdat de felste voorstanders van het verbod aan de rechterzijde van het politieke spectrum zijn te vinden, zal het u misschien verrassen: ik ben voorstander van dat boerkaverbod. En was dat trouwens van meet af aan.

Ik heb er twee redenen voor. Eén: het is absoluut onwenselijk dat we in de openbare ruimte mensen tegenkomen die we niet in de ogen kunnen kijken. Twee: de boerka is het symbool van vrouwenonderdrukking, onvrijheid en seksisme. Overigens vind ik de nikab (een boerka met een smalle opening voor de ogen), de chabor (hele lichaam bedekt behalve het gezicht) en zelfs de hijab (haren bedekt) om reden twee ook onwenselijk.

Ik zocht naar een verantwoording voor die kledingstijlen, maar kwam op internet niet veel verder dan dat vrouwen met hun uiterlijk mannen niet mogen verleiden. Geen idee waarom dat niet mag. Maar los daarvan: het is een argument in het rijtje ‘Je moet niet zeuren dat je bent aangerand, want je droeg een kort rokje’. De mannen die het nodig hebben dat vrouwen zich compleet en ruim verpakken om te voorkomen dat ze zich vergrijpen – die zijn het probleem.

Amnesty International is tegen het verbod, want mensen moeten vrij zijn om te dragen wat ze willen. Dat is zoiets als tolerant genoeg zijn om intolerantie te tolereren. De vrijheid van meningsuiting gebruiken om onvrijheid van meningsuiting te prediken. Binnen de democratie ruimte geven aan voorstanders van dictatuur.

Anders gezegd: vrijheid van kleding houdt op als die kleding een symbool van onvrijheid is.

 

Maar eigenlijk wil ik het met u hebben over het al dan niet handhavend optreden tegen het overtreden van het boerkaverbod. De burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam hebben er geen zin in. Er zijn belangrijkere zaken, zo lieten ze weten. Wat natuurlijk waar is.

‘Er dreigt iemand vermoord te worden op de Weena en er loopt een vrouw in boerka op de Coolsingel! O jee, waar gaan we als eerste heen?’

 

Maar beste mevrouw Halsema en net zo beste meneer Aboutaleb, niemand vraagt u om een opsporingsbevel uit te vaardigen. Niemand vraagt de politie om actief op zoek te gaan naar dat handjevol boerkadraagsters in uw stad. Het enige dat van uw politie wordt gevraagd is dat ze niet de andere kant op kijkt als er een dame (of heer, want je weet het eigenlijk niet) voorbijkomt die een boerka draagt. En dat die agenten dan doen wat ze doen met een fietser die appt, een automobilist die op de stoep parkeert of een meneer die zonder vergunning vist. Een bekeuring uitschrijven.

Want we hechten aan de visstand, we willen dat trottoirs er zijn voor voetgangers, dat fietsers opletten in het verkeer en dat we mensen recht in de ogen kunnen kijken.