Columns > In een oranje bubbel

In een oranje bubbel

Code Oranje had de grootste partij van Brabant moeten worden. Er moet opnieuw worden geteld. Want hier hebben tellers niet opgelet. Of iemand heeft de boel ontzettend belazerd.

Tot die conclusie kan ik komen als ik de positieve response over dit nieuwe partijtje vergelijk met de uitslag: van elke duizend stemmers in Brabant kozen er slechts vijf voor de partij waarvan ik lijsttrekker mocht zijn. En dat terwijl ik via Twitter en Facebook vrijwel louter bijval kreeg. Wat zeg ik: er kwamen lovende berichten voorbij van dames en heren waar ik tot enkele weken geleden nog nooit van had gehoord. Zowat iedereen leek te houden van Code Oranje.

U begrijpt: ik zat in een bubbel.

 

Code Oranje deed in vier provincies mee en elk bericht dat daarover in de media voorbijkwam, werd via WhatsApp-groepen gedeeld – ik ben lid van vier van die groepen. Op Facebook kwam ik maar zelden een bericht tegen van het CDA, de VVD of van welke andere partij ook. Code Oranje was trending in mijn tijdlijn. En dan heb ik het nog niet gehad over de foto’s die me per mail werden aangeboden over affiches plakkende vrijwilligers, de gesprekken met mensen in het dorp en de uitnodigingen die ik van de regionale pers kreeg om ons verhaal over ‘de democratie van onderop’ te vertellen.

‘Wij worden de grote verrassing bij de komende verkiezingen’, gooide iemand in een van de appgroepen van Code Oranje erin. En hupsakee, daar kwamen de smileys, duimpjes en applaudisserende handjes.

Toen Nederland in 1988 Rusland vermorzelde tijdens een voetbalwedstrijd, galmde het door het stadion: ‘O, wat zijn de Russen stil’. Ik durfde te zingen dat de CDA-ers, PvdA-ers, VVD-ers en zelfs die van Forum voor Democratie heel stil waren. Want waar ze ook van zich lieten horen, niet in mijn omgeving.

 

De bubbel is eng, want geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid, negeert andersdenkenden en vermorzelt de o zo noodzakelijke dialoog. Noodzakelijk ja. Want hardop wikkend en wegend, luisterend, overredend, toegevend en compromissen sluitend maken we straten, buurten, dorpen, provincies en het land gezelliger en houden we het leefbaar.

We zouden moeten snakken naar een beweging die daarnaar streeft. Die daarvoor pleit in vergaderzalen van bijvoorbeeld provincies. Zo’n beweging bestaat. En die is ook nog razend populair, zo stel ik vast op basis van de berichten die er op Twitter en Facebook voorbijkomen.