Columns > De duurzaamheid van een tweede huis

De duurzaamheid van een tweede huis

Wat zijn dat voor mensen die camera’s van de nationale televisie in hun huis toelaten om te laten zie hoe mooi, groot en duur hun bezit is?

Niks mis met ijdelheid – ik heb geen plakboek van de stukjes die over me verschenen in lokale blaadjes, maar ik beken dat ik het elke keer weer fijn vind als ik mijn naam ergens in een krantenstukje tegenkom. Best wel een stukje zelfbevestiging van mezelf richting mezelf, zou ik zeggen als ik een coach in het een of ander was.

Niks mis met ijdelheid, maar als het leidt tot potsierlijk exhibitionisme – dan wordt het wat gênant. En dus kijk ik altijd hoofdschuddend naar het heerlijk trage BinnensteBuiten, een tv-programma waarin tv-koks koken, natuurfreaks wijzen naar mooie bomen en waarin bovengemiddeld rijke mensen hun huis laten zien.

Die huizen zijn dus altijd groot, ruim, modern en onpersoonlijk. En jaloersmakend, dat zijn ze ook.

 

Een paar dagen geleden kwamen in het programma plots mensen voorbij die ik uit een ver verleden een beetje persoonlijk ken. Zich vervelend in het uiterste topje van de Pyramide van Maslov besloten ze jaren geleden al hun dagen te slijten in Kunst en Duurzaamheid. Zij doet vooral Kunst, hij verdrinkt zich in Duurzaamheid.

In BinnensteBuiten zag ik hoe zij en hij elkaar vonden in een huis bij Cadzand. Tegen de grens met België ligt een gebied waar watervogels, vossen en andere fauna het prima naar de zin zouden hebben – ware het niet dat er landgenoten zijn die aan één woning niet genoeg hebben. En dus ligt daar een dorpje met enorme tweede huizen.

Het huis van zij van Kunst en hij van Duurzaamheid is helemaal energie-neutraal. Zelfs water gooien ze niet weg, vertelde hij in BinnensteBuiten. Ergens onder de grond ligt een tank en daar eigent hij zich het door god of natuur geschonken regenwater toe. De tuin moet besproeid en wat op zijn kavel valt is van hem. ‘We gooien geen water weg’, zei hij. ‘We geven geen water weg’, hoorde ik.

Het huis is indrukwekkend. Want zonnepanelen, warmtepompen, gasloos en een binnenmuur van leem die lekker warm is en waarmee zij van Kunst knuffelt.

 

Over energie-neutrale woningen wil ik niet cynisch doen. Mijn woning is energielabel B, aldus een briefje dat een paar jaar geleden werd bezorgd en waarvan ik niet weet waar de schrijver de wijsheid vandaan haalt. Ik zou er graag, net als hij van Duurzaamheid deed, een A+++ huis van willen maken.

Maar hypotheek, studerende kinderen en ander gedoe – u weet hoe dat gaat.

 

Ik troost me met de gedachte dat het bezit van één huis voor de wereld en dus voor de duurzame toekomst van die wereld zoveel beter is dan met zijn tweetjes twee kolossale huizen bezitten. Had ik twee huizen, ik schaamde me zo enorm dat ik weg zou duiken zodra er een cameraploeg in de buurt kwam.