Columns > Zeiken over racisme

Zeiken over racisme

U mist een been. Dat is knap vervelend, maar niet onoverkomelijk. Zo kunt u met één been bijvoorbeeld best werken. Helaas denken werkgevers daar anders over. U solliciteerde al negen keer en steeds werd u afgewezen vanwege dat been dat er niet is. ‘Sorry, voor deze baan zijn twee benen nodig’, las u steeds.

En toen viel de tiende afwijzing in uw mailbox. ‘Het spijt ons, maar een andere kandidaat is meer geschikt.’ Die werkgever draait eromheen, besluit u. Het komt vast door dat ontbrekende been.

U heeft het mis. De werkgever was eerlijk en die andere sollicitant beschikte over betere papieren. Opleiding, ervaring – van die dingen. Met het aantal benen had het oprecht niks van doen.

 

Sylvia Witteman, columniste van de Volkskrant, gaf me vandaag op Twitter een tik op mijn vingers en dat deed ze terecht. Aanleiding was weer een andere column, van Seada Nourhussen in Trouw. Dat stuk ging over vermiste kinderen van allochtone afkomst en dat daar minder aandacht voor zou zijn dan voor witte kinderen die zoek zijn. Nourhussen kwam met argumenten, ik vond ze billijk en maakte op Twitter reclame voor het stukje.

Stom. Anders dan ik, ging Witteman wél op onderzoek uit en zo bleef er maar heel weinig over van wat Nourhussen beweerde en wat ik omarmde. Ik probeerde als reactie op de vermaning van Witteman nog een zuinig ‘ok’, maar daar kwam ik niet meer weg: ‘Dat is dus het gevaar van de uitlatingen van Nourhussen. Dat mensen het geloven en napraten, in plaats van zelf eens te kijken of het wel waar is’.

 

Maar waarom zou Nourhussen racisme beweren te zien, waar het niet is? Omdat ze graag olie op vuur gooit? Omdat ze vlak voor de deadline geen ander onderwerp voorhanden had?

Ik houd het er voorlopig op dat ze oprecht van mening is dat Nederlanders zich minder druk maken om vermiste kinderen die zwart zijn dan om leeftijdgenoten met een blekere huid. Waarbij ze trouwens de vader van dat vermiste kind aan haar zijde vindt. Die denkt dat ook, begrijp ik uit de column.

Dat is van Nourhussen en die vader niet handig. Want, schreef Witteman: ‘Als je te vaak ‘racisme’ roept waar het niet is, dan bereik je een averechts effect: mensen gaan denken ‘daar heb je weer zo’n zeikerd’ en denken verder niet meer na over écht racisme’.

 

Ook al waar. Nou nog even een antwoord vinden op deze vraag: hoe komt het dat slachtoffers van racisme zo vaak denken dat ze slachtoffer van racisme zijn?