Columns > Veertig dagen

Veertig dagen

Het is zo ongeveer mijn oudste herinnering. Mijn moeder zit tegenover me aan de keukentafel en op die tafel staat, tussen ons in, een blauw blikje. Mijn moeder geeft me een snoepje. Ik open het blikje, leg het snoepje bij een al best flinke verzameling andere snoepjes en druk de deksel op het blikje. Klik, zegt de deksel.

Het is 1963. Kennedy is nog niet dood, maar dat gaat later dat jaar gebeuren. Hetzelfde geldt voor paus Johannes XXIII. Ik heb geen idee wie die mensen zijn en spaar snoepjes. Veertig dagen lang. Elke dag krijg ik er eentje.

Tegen de tijd dat ik kan beseffen wat vasten inhoudt, hoe het ontstond en wat het nut ervan is, doen we in huize Van Voorst er niet meer aan. Oudste broer maakt eind jaren zestig nog ruzie over niet naar de kerk te hoeven, vijf jaar later geven mijn ouders er zelf de brui aan – als mijn zussen het lidmaatschap van het kerktienerkoor opzeggen, hoeft het voor vader en moeder ook niet meer. De hoogmis, biechten, askruisjes halen en vasten – het is allemaal weg.

 

Pas in 2018 ontdek ik het vasten opnieuw. Nou ja, vasten – veertig dagen geen alcohol wordt het in mijn geval. Met in het begin al meteen een smokkeldag, want maanden eerder is er een bierproeverij gepland. Ik compenseer het met drie dagen extra vasten. Min of meer per ongeluk, want ik heb geen idee wanneer de ouderwetse katholieke vastenperiode eindigt.

Met dank aan appende medestanders en internet ben ik er inmiddels achter. Wat ik ontdek, bevestigt uw en mijn beeld over katholieken. Voor ik daar wat over vertel, eerst even hoe de moslims het doen.

Van zonsopgang tot zonsondergang wordt er niks gegeten of gedronken. Dat niet alleen: moslims kijken niet naar waar je beter niet naar kunt kijken, luisteren niet naar wat je beter niet kunt horen, roddelen niet en doen geen andere stoute dingen. De meest fanatieke moslims schijnen zich ’s nachts nog steeds heel bescheiden te gedragen – geen grote schranspartijen bijvoorbeeld. Na de ramadan komt uiteindelijk de beloning: het Suikerfeest. Nog steeds zonder alcohol trouwens.

Dan de katholieken. Daar beginnen ze met de beloning. Je kunt het maar gehad hebben, besluiten ze al carnavallend. Die veertig dagen vasten stellen vervolgens ook niet al te veel voor. Dat komt niet omdat het vlees van de gelovigen zo zwak is, het ligt vooral aan de kerkbazen. Die besluiten in 1989 tijdens een bisschoppenconferentie dat ze het vasten overlaten aan, echt waar, ‘het initiatief van de gelovigen’. Er staat nog net niet bij: ‘Want we moeten natuurlijk niet roomser zijn dan de paus’.

En dan zijn er nog de zondagen tijdens de vastentijd. Die tellen sowieso niet mee. Het is er de oorzaak van dat ik op een woensdag een vriendin app met de vraag wanneer die veertig dagen onderhand voorbij zijn.

‘Afgelopen zaterdag’, tikt ze direct terug. Ik fantaseer dat ze met één hand schrijft en met de ander een sherry in haar hand heeft. Ik tik een vloekwoord terug en loop naar het wijnrek.