Columns > U en die BN-er die u kent

U en die BN-er die u kent

Ik ben omringd door mensen zoals ik. Mensen die buiten hun eigen familie, buurt of dorp volslagen onbekend zijn. Die mensen staan er elke keer weer van te kijken als ze een bekendheid tegen het lijf lopen.

Bekendheden hebben dat zelf niet, die vullen hun agenda’s met ontmoetingen met andere bekendheden. Tenminste, dat idee heb ik en volgt uit allerlei interviews die ik over hen lees in de krant of zie bij RTL Boulevard. Dan zegt de ene beroemdheid dat de andere beroemdheid een goede vriend is.

 

Het kennen van een bekendheid verhoogt de status. Maar vertellen dat je het hartstikke cool, tof of een eer vindt een bekendheid te kennen – dat werkt dus weer averechts.

Mocht u, net als ik, een nobody zijn wat betreft status en bekendheid en wel iemand kennen met enige roem: doe er vooral heel blasé over. ‘Nee, volgende week kan ik niet. Dan heb ik een afspraak met Kees. Kees van Kooten.’ En meteen doorpraten. Niet laten merken dat u het ontzettend te gek vindt dat u die afspraak heeft. ‘En daarna moet mijn auto een grote beurt.’ Praat door over die grote beurt. En wacht tot iemand u onderbreekt. ‘Zei je nou Kees van Kooten?’

 

Ik ben daar slecht in. Ik ontmoette wel eens bekendheden en sterker nog: ik heb wel eens wat tegen ze gezegd. Er waren zelfs bekendheden bij die wat tegen mij terug zeiden. Ik kan al die momenten nog zo opsommen en doe dat ook te graag, inclusief waar het was en waarom. Andersom zal dat anders zijn. Herman van Veen heeft geen idee meer van dat stuntelige interview dat ik 40 jaar geleden had in de lerarenkamer van een middelbare school in Culemborg. Lee Towers weet nog minder van onze ontmoeting, want die viel – geen grap – in slaap toen ik met hem babbelde.

 

Bij mij in het dorp woont iemand en die is bevriend met een mevrouw die lang geleden een gevierd actrice was. Drie, vier keer per jaar slingert hij een foto van zichzelf met haar op Facebook. ‘Mijn dierbare vriendin’ begint het bijschrift bij zo’n foto.

Hij doet dat fout. ‘Fotootje van mijn bezoekje aan Nelly Frijda. En morgen moet mijn auto naar de garage. Benieuwd of ie door de APK komt’ – dat had zijn tekst moeten zijn.