Columns > Toerist op een begraafplaats

Toerist op een begraafplaats

ANWB-borden die de weg wijzen naar de Efteling zijn meer dan 10 kilometer van dat pretpark al te vinden. Hoe anders is het gesteld met de bewegwijzering naar de Amerikaanse Begraafplaats in Margraten – het eerste bord staat zowat voor de lange oprijlaan van die locatie.

Misschien dat we daarom onze auto zowat pal voor de ingang kunnen parkeren. Of het komt door de hitte dat het niet zo druk is op deze laatste donderdag van juli.

 

Het blijft raar dat dit soort oorlogskerkhoven ook toeristische attracties zijn. Een vakantie in Normandië kan niet zonder een van de vele monumenten daar te bezoeken die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Vandaag zit de begraafplaats ingeklemd tussen een wandeling in de natuur en een terrasje in Gulpen.

Het is ongemakkelijk, een oorlogsbegraafplaats ‘doen’ bij wijze van toeristisch bezoekje. Maar het kan nog veel ongemakkelijker. Het besluit om de laatste rustplaats aan te leggen, werd namelijk genomen toen de 8.301 te begraven militairen nog in leven waren.  De opmars naar Berlijn zou veel soldaten het leven kosten, besefte de hoogste baas van het Negende Leger van de VS en dus werd er in 1944 gezocht naar een flinke lap grond in net bevrijd gebied.

Wat heet flink. Bijna 27 hectare omvat het terrein. Boeren moesten destijds haastig hun grond afgeven, zo nu en dan nog voor ze de geteelde aardappels konden rooien. Tegenover het gemopper daarover staat dat de aanleg voor behoorlijk wat lokale werkgelegenheid zorgde. En dat de aanwezige Amerikaanse militairen enthousiast cadeautjes uitdeelden aan de Margratenaren. Last van luizen? ‘We’ve got DDT.

 

Over toerisme gesproken: al in 1945 bedacht de gemeente een Tourist House op te richten, een hotel voor bezoekers. Dat hotel is er nooit gekomen, zoals ook de bewegwijzering nooit werd wat ie had moeten zijn.

Het neemt niet weg dat we deze donderdag tientallen vakantiegangers en dagjesmensen voorbij zien schuifelen. Zoals een man met een dochter van een jaar of vijftien. Mijn vrouw en ik zitten op een bankje en horen hoe hij vertelt dat Europa de bevrijding onder meer dankt aan de Amerikanen. En hoe belangrijk het is dat we die tijd nooit vergeten. Dat we onthouden wat er toen allemaal gebeurde en waarom. De dochter knikt.

Ik ben licht onder de indruk van hoe de man, zelf van ruim na de oorlog, betrokken is en zijn engagement overbrengt op een volgende generatie. Zoals het ook mooi is om te zien hoe die dochter aandachtig luistert en alsmaar knikt. De vader laat het niet bij gemeenplaatsen als ‘nooit meer fascisme’, maar wijst ook op de gruwelijkheden die nodig waren om kwaadaardige regimes ten val te brengen.

‘Zo zijn er in die oorlog voor het eerst en het laatst atoombommen gebruikt’, hoor ik hem zeggen. Het meisje knikt en zegt: ‘Ja, door Japan’. De vader zegt dat Japan er inderdaad wat mee van doen had.