Columns > Tilburg, Schijndel in het groot

Tilburg, Schijndel in het groot

Nu de koning er is geweest, kan ik me niet meer bedwingen. Ik moet het met u over Tilburg hebben. Want gottegot, wat is dat toch een bijzondere stad. Tilburg is Schijndel. Maar dan groter.

Jaren geleden bedacht ik al eens een zinnetje over Tilburg en dat zinnetje vond ik zelf zo enorm geslaagd dat ik al tientallen keren mezelf schaamteloos heb geciteerd: ‘Tilburg is een lelijke stad met prachtige mensen, Den Bosch is een prachtige stad’.

Dat zinnetje bewijst dat ik een ontzettend moedig mens ben, want een aanzienlijk deel van mijn inkomen verdien ik in Den Bosch. Jeroen Bosch, vestingwerken, cafés tjokvol zestigplussers – ze hebben het allemaal in de provinciehoofdstad en de Bosschenaren brengen het met enorm succes aan de man. Ze flaneren door de Uilenburg en de Korte Putstraat op kousenvoeten, omdat ze fier naast hun schoenen lopen.

Vandaag was de koning in Tilburg en zelfs de tv-verslaggever excuseerde zich. ‘De Spoorzone is nog in ontwikkeling. Is nog niet klaar. Vandaar.’

 

Ik woonde van december 1963, nog net drie jaar oud, tot en met de zomer van 1985 in Tilburg. In al die jaren mocht ik nooit echt Tilburger worden, zoals mijn ouders daar ook niet in slaagden. Neem mijn vader, Achterhoeker van afkomst en in Tilburg enthousiast leraar aan de lokale UTS en later MTS – die snapte niks van die stad en genoot van zijn eigen onbegrip. ‘Tilburgers schakelen nooit een bedrijf in om in huis iets te repareren’, vertelde hij me ooit. ‘Ze kopen ook niks in winkels. Tilburgers hebben voor elke klus en elk product een mannetje en dat mannetje komt ’s avonds langs.’

 

Het afgelopen jaar heb ik van de participatiemaatschappij bijna mijn vak gemaakt. Van hoe mensen zich voor hun straat en wijk inzetten of dat zouden kunnen gaan doen. In plaatsen als Laren, Wassenaar en in de buitenwijken van Vught is het lastig om van burgerschap iets te maken. Zoals het ook niet meevalt in een stad waar de provincie haar hoofdkantoor heeft – waar dus nogal veel mensen hun geld verdienen met beleidsstukken en documenten van in- naar uitbakjes verplaatsen. Ogenschijnlijk nieuwerwetse concepten als burgerkracht, cohesie en burenhulp doen het vooral goed in dorpen en steden waar een broek een doorgevertje van oudere broer of zus is, een krant een blad is dat de buren ’s middags in de brievenbus stoppen en een ‘Nee-nee’-sticker een gemiste kans op de weekaanbieding.

Het verklaart waarom iemand die opgroeide in Tilburg zich snel thuis voelt in Schijndel.