Columns > Nijn kwam ook dikwijls op bezoek

Nijn kwam ook dikwijls op bezoek

Dit weet mijn vrouw niet eens: in mijn nachtkastje ligt een boekje uit de reeks van Nijntje. De aflevering over opa Pluis en oma Pluis. Opa Pluis en oma Pluis die hielden veel van Nijn, moet u weten. Nijn kwam ook dikwijls op bezoek en dat vonden die opa en oma heel fijn.

Opa kon goed timmeren, dat deed hij erg graag. Hij had een beitel en een tang, twee hamers en een zaag.

 

Ik ken het boekje zowat uit mijn hoofd, want heb het aan mijn vier kinderen tientallen keren voorgelezen. Bij het opruimen van de zolder, alweer wat jaren geleden, viel het boekje zowat in mijn handen. Bijna had ik het teruggelegd achter de schuifdeurtjes, tussen de tol, de Legodoos en houten puzzels – een opwelling besloot het boekje te verplaatsen naar mijn nachtkastje.

Spreek een opwelling maar eens tegen.

 

Opa Pluis en oma Pluis liggen daar al wat jaren braaf en stoffig te wachten tot ze weer voorgelezen mogen worden. Het gaat ervan komen, kan ik met trots vertellen. Begin september wordt de schrijver van dit stukje grootvader en daarna duurt het nog maar een paar jaar voordat het voorlezen weer mag beginnen.

Over hoe opa Pluis een step maakt voor Nijntje en het steppen heel goed gaat en dat Nijntje daarna een warme doek breit voor oma voor in de wintertijd en dat dit ook nog eens een rode is en dat oma de kleur zo mooi vindt. En dat dan op rijm.

 

Maar, beste grootvaders en grootmoeders, uiteindelijk gaat jullie Nijn weer naar huis en blijven jullie met die fraaie voorleesboekjes, warme doeken, zelf gezaagde steppen en heimwee achter.

En opa Pluis en oma Pluis, die zaten voor het huis. Ze zwaaiden nog een hele tijd. Dag Nijn, de groeten thuis.