Columns > Mijn auto staat in Venetië

Mijn auto staat in Venetië

Mocht u mij de laatste dagen nogal eens door het dorp zien lopen of fietsen: mijn auto staat in de buurt van Venetië. Mijn jongste zoon stuurde vandaag een fotootje van de tent van hem en zijn vriendin en die auto. ‘Auto nog heel’ schreef hij erbij. Dat is vast geruststellend bedoeld, maar het feit dat hij het nieuwswaardig vindt heeft een tegengesteld effect.

Toen mijn vrouw een jaar of achttien was, mocht ze ooit lange tijd een auto lenen van een zwager van ons, René. René ging op de fiets naar zijn werk en mijn vrouw moest elke dag van Tilburg naar een sociale academie in Eindhoven. Daar ging het elke dag over een stukje zelfbewustzijn en acceptatie van mezelf naar jou toe wat best wel dubbel voelt en ze nam dan nog twee andere studenten mee vanuit zichzelf naar die academie toe en dat was goedkoper met de auto dan met de trein. Wat ontzettend oké was.

Wij vonden dat bijzonder, dat die zwager zo gemakkelijk een best nieuwe en dus dure auto uitleende aan iemand die nog maar net haar rijbewijs had. Mijn vrouw en ik spraken toen met elkaar af dat wij dat nooit zouden vergeten en later, als we ooit zelf een auto hadden, die met hetzelfde gemak zouden uitlenen. Aan wie dan ook.

 

Behalve zwager René was ook mijn vader best gemakkelijk met zijn wagen. Toen ik net mijn rijbewijs had, gaf hij mij zijn autosleutels. ‘En nou ga je een uur wat rondrijden. Zonder iemand naast je. En dan ga je fouten maken en daar ga je van leren en van die fouten ga je me niks vertellen.’

Een kwartier later kwam er op de Academielaan in Tilburg een auto van rechts en die moest vol op de rem toen ik, in een poging tot zelfverzekerd doen pakweg 20 kilometer te hard reed, te laat was om voorrang te verlenen. Een week of wat later leende ik de auto nog eens en ging het beter. Tot ik, op verzoek en met geld van mijn vader ging tanken. ‘Jeetje, dat wist ik niet van dat model’, zei de man achter de kassa van het tankstation. Ik keek hem verbaasd aan. ‘Ik dacht dat die auto van jou niet verkrijgbaar was met een dieseltank.’

‘Diesel?’, vroeg ik.

 

Die zwager en vader zijn er helaas allemaal niet meer. Net als die auto’s van die zwager en die vader. Wat er nog wel is: het gemak waarmee ik auto’s uitleen.

Van mijn vier kinderen zijn er inmiddels drie met een auto van pa en ma op vakantie gegaan. Van één van hen hoorde ik na zo’n vakantie het verhaal over een Italiaans bergweggetje met louter kiezels en dat die weg heel stijl naar beneden ging en voet- en handrem door die auto en die weg werden genegeerd. En hoe spannend dat was.

Nu is mijn jongste zoon dus met vriendin op pad. Ze waren al in Oostenrijk, nu in Italië en menen dat het belangrijk is om in twee weken tijd heel veel landen aan te doen. ‘Auto nog heel’, liet hij per app weten. Het is een diesel, die auto van me. En ik hoop dat hij dat ook weet.