Columns > Kerststress

Kerststress

De zaterdag voor kerst was ik maar liefst twee uur in de supermarkt.

Ik kom zelden in supermarkten. Een van mijn kinderen is medeverantwoordelijk voor een app en daarmee klik je aan wat je denkt nodig te hebben en een dag of wat later wordt het thuisbezorgd. ‘Als je ze je lege wijnflessen meegeeft, dan nemen ze die misschien ook wel mee’, bedacht mijn zoon. Ik durfde dat nog niet te testen. Maar het zou zomaar kunnen.

Maar zaterdag was ik dus in de supermarkt. Want we waren te laat met die app. Kerstdrukte. Eerder bestellen, beste klanten.

Hier volgt een tip voor mijn zoon. Het is handig dat je in die app groente bij groente hebt gezet en vlees bij vlees, maar o wee als iemand dat boodschappenlijstje via WhatsApp doorstuurt naar een ander – dan staat de hele boel door elkaar. En wie zelden in een supermarkt komt en bang is een blikje tomatenpuree over te slaan, die werkt het lijstje van boven tot beneden af. Weet zoon wel hoeveel kilometers zijn vader dan aflegt? Ik ging van kaasblokjes naar Hollandse garnalen naar cassis naar satésaus en daarna weer naar kaas.

En nog eens wat – waarom heten de voorverpakte hompen vlees gourmetschotel en heet even verderop een net zo voorverpakt palet aan champignons, paprika en andere groente ook gourmetschotel? En wie zijn schuld is het dan dat tweede kerstdag onbedoeld vegetarisch wordt?

Nou?

 

Stress hoort bij kerst zoals een boom, Home Alone en al borrelend tegen de kinderen vertellen dat de nachtmis vroeger ‘toch wel wat had’. En dat dit geen reden is om die traditie nieuw leven in te blazen.

 

Als er iemand van jongs af aan weet dat stress bij kerst hoort, dan ben ik het wel. Nou vooruit, mijn broer en zussen ook. Onze moeder vond kerst zo spannend, dat haar migraineaanval doorgaans op kerstavond begon en zo halverwege tweede kerstdag voorbij was. Kerst, dat was de tijd van het jaar dat mama in bed lag.

Soms sloeg haar hoofdpijn een kerst over. Dan was ze op kerstavond druk met worstenbrood. Vader ging met de kinderen naar de nachtmis en bij terugkomst waren de worstenbroodjes klaar. Redelijk krokant voor iedereen behalve papa, want voor hem was er een zachte – iets met een klapperend kunstgebit.

Ik herinner me nog dat vanwege de kerstgedachte mijn vader na de nachtmis een soort van vriendin van mijn ouders en haar puberende zoon meenam. Omdat die vrouw in de kerstnacht anders maar bijna alleen zat. Die zoon griste toen het zachte worstenbroodje van de schaal.

Toen ze rond een uur of één naar huis gingen, zei mijn moeder dat we toch maar mooi iemand ‘in huis hadden genomen op kerstavond’. Mijn vader zei dat hij honger had. En dat we dat dus geen tweede keer meer deden.