Columns > In de provincie

In de provincie

In de provincie doen volksvertegenwoordigers mooie dingen en die mooie dingen gaan echt ergens over. Om ervoor te zorgen dat ze dat blijven doen, moet u blijven doen we u nu doet: de provincie een oersaaie bestuurslaag vinden.

 

Vandaag was ik in het provinciehuis van Noord-Brabant. Een idioot lelijke kolos, ooit ontworpen met het idee dat de overheid indruk moet maken en dat het Brabantse hoofdkwartier dus imponerend hoog moet zijn. De bezoekershal is inmiddels een paar keer verbouwd, maar was in de eerste decennia zo idioot groot dat je er bang van werd. ‘Ik ben een nietig mens, een speldenprik, een niemand’ – dat was zo ongeveer het gevoel dat dat gemiddelde bezoeker daar in die hal kreeg. Mensen met pleinvrees hielden er angstdromen aan over.

Bij ons in Brabant doet de provincie haar stinkende best om inmiddels toegankelijk, gastvrij en transparant te zijn. Dat leidt tot op heden nog niet tot een massa publiek bij vergaderingen van Provinciale Staten.

 

Sinds gisteren weet ik dat dit niet erg is. Want gisteren was ik in de vergaderzaal van de Brabantse volksvertegenwoordigers en daar liep ik twee statenleden tegen het lijf. Een van hen sprak met pretoogjes over hoe boeiend het werk van een statenlid is. Dat het echt over wezenlijke zaken gaat. De ruimtelijke ordening van deze provincie, duurzaamheid, de toekomst van de agrarische sector – en nog wat van die dingen. De man haalt zelden of nooit de krant.

Of dat niet erg is, vroeg ik.

Nee, dat was niet erg. Omdat er van de gemiddelde Brabander geen belangstellig was voor zijn werk, had hij besloten zich niet te bekommeren over aandacht in de kolommen van de krant of soundbites bij de regionale omroep. ‘In Den Haag en bij gemeenten zijn ze bezig met inhoud én met hoe die inhoud het best kan worden verpakt, hier gaat het alleen om de inhoud. De verpakking boeit toch niemand. En dus hebben we hier echt inhoudelijke debatten.’

Ik schreef het jaren geleden al: de kwaliteit van het openbaar bestuur lijkt gebaat bij saaiheid. Keer u af van politiek, haal uw schouders op over wat Kamerleden nu weer verkondigen, geeuw als een gemeenteraadslid u via het ochtendblad toespreekt – dan komt het helemaal goed met dorp, stad, provincie, land en continent.

 

We hoeven nog slecht een pietluttig probleempje op te lossen: hoe gaan we ervoor zorgen dat de leden van Kamer, Staten en gemeenteraad al kaders stellend en controlerend daadwerkelijk het volk vertegenwoordigen? En hoe regelen we dat het volk weet wat het moet weten om weloverwogen hokjes rood te kleuren?

Roept u maar.