Columns > #ik beken

#ik beken

‘In de jaren tachtig waren alle mannen verkrachters’, zei een goede kennis tegen me. Ze is 70 en is van een ouderwetse linksheid die je vandaag de dag weinig meer ziet. Die kennis is van de vakbond, van de strijd tegen kapitalisme en van het gezonde wantrouwen tegen alles wat macht heeft. Ze is standvastig en dat siert haar.

Ik zat met haar in het café. Ze nipte aan haar wijn en vertelde hoe het er aan toeging in de jaren zeventig en tachtig. Of ik nog wist wat VOS-cursussen waren. Ja, dat wist ik. Ik ben ook al 57, nietwaar. Vrouwen Ontwikkelen zich op de Samenleving. Voor vrouwen die niet hadden gestudeerd en vanwege trouwen zelfs waren gestopt met werken. Ergens in de jaren zeventig borrelde het besef op wat een onrecht dat was.

Daar op de VOS-cursus begon hun inhaalslag. Daar leerden vrouwen over staatsinrichting, politiek, rechten, emancipatie en dat mannen een zekere neiging tot bazigheid hebben. En hoe onterecht dat is. Een vrouw kan ook best afdelingschef zijn, ontdekten ze. Een man kan ook best de vaat doen. Seks mag voor een vrouw ook leuk zijn. En een vrouw mag ook wel eens geen zin hebben in seks. Ook leerden ze dat mannen dat knap lastig vinden. En dat die mannen dan boos worden.

Die kennis van me vatte het in het café, ietwat onderkoeld grappig, samen met ‘In de jaren tachtig waren alle mannen verkrachters’.

 

Sinds een week of wat weten we dat die grap iets meer in de buurt van de realiteit komt dan wenselijk. Via Twitter en Facebook tikken vrouwen #metoo en daarmee zeggen ze: ‘Ik ben verkracht of aangerand of op zijn minst onheus bejegend door een man. Ik liep bijvoorbeeld een promotie mis omdat ik niet met hem wilde zoenen. Ik liet me in mijn billen knijpen. Ik liet seksueel getinte opmerkingen over mijn uiterlijk naar mijn hoofd slingeren’. En allerlei variaties daarop.

De vrouwen schrijven #metoo, de mannen zijn vooral stil. Omdat ze inderdaad ooit hebben verkracht of een vrouw het bed in praatten met beloften over roem of geld – of in ieder geval dat probeerden. Die mannen zijn van groep één. Ik snap dat ze schaamtevol zwijgen.

Er zijn natuurlijk ook mannen die zich nimmer schuldig maakten aan iets waardoor een vrouw nu #metoo schrijft. Die mannen horen bij groep twee.

 

En dan is er nog de derde groep. Een man uit de derde groep zal nooit een vrouw verkrachten en heeft nog nooit een hand tijdens een vrijmibo op de bil van een vrouw gelegd. Maar de man uit de derde groep liet tijdens die borrel na het derde biertje ooit wel zijn hand net iets te lang op de schouder van die dame van Inkoop liggen. Dat vond die van Inkoop nogal ongemakkelijk. De man uit de derde groep zit in de sollicitatiecommissie en bespreekt de kandidaten na afloop en heeft het dan over ‘die lange man in dat grijze pak’, ‘die brede vent met die grote snor’ en, komt ie, ‘dat kleintje met die dikke kont’. Een andere man van de sollicitatiecommissie zit ook in groep drie en lacht. ‘Dat zag jij dus ook!’ Waarna ze hardop vaststellen dat ze ‘heel gezonde mannen’ zijn.

 

Mannen van groep drie willen niet bij groep drie horen. Ze zijn er per ongeluk ingegleden. Door opvoeding, sociale mores en bovenal door onnadenkendheid. Mannen uit groep drie worden nu wakker geschud door vrouwen die #metoo schrijven. Die mannen halen diep adem, beteren hun leven en besluiten dat dit begint met een actie zoals die vrouwen die bedachten. Ze openen Twitter en tikken: #ikbeken.

 

#ikbeken.