Columns > Hoera voor de buxusmot

Hoera voor de buxusmot

Het besef groeit dat mensen de diversiteit van flora en fauna een handje kunnen helpen. Zo kwam ik min of meer per ongeluk op de website van een vereniging die daar haar bestaansrecht van heeft gemaakt. Ik las er wat u en ik kunnen doen om meer vogels in onze tuinen te krijgen. Het stuk ging over lijsterbessen, drinkbankjes, nesten en stof. Stof? Ja, stof – vogels houden ervan om door zand te rollen.

Ik doe mijn best voor biodiversiteit. Zo staat mijn achtertuin – met teveel tegels, beken ik – vol met buxushagen. En dat trekt buxusmotten aan en die hadden we hier een paar jaar geleden nog niet. Buxusmotten zijn hele mooie, ongeveer vier centimeter grote vlinders. Zilverwit meestal, met een donkere rand. Sommige exemplaren zijn helemaal donker. Vooral in Brabant doen ze het heel goed, stel ik met gepaste trots vast. De verwachting is dat de vlinders zich als een gekke gaan verspreiden over de rest van het land en het continent.

Met de mus wil het nog steeds niet vlotten, maar met de buxusmot gaat het prima.

 

De verspreiding van de buxusmot staat haaks op de alarmerende berichten die de media verspreiden over de afname van biodiversiteit in de wereld. Daarbij gaat het vooral over grote, prachtige en indrukwekkende dieren als olifanten, leeuwen, orang-oetans en tijgers. Voor u daar enorm somber van wordt, is het goed te beseffen dat het met 99 procent van de soorten nog altijd goed gaat en er zelfs soorten zijn die zich, soms vooral dankzij mensen, verspreiden. Zoals de buxusmot in mijn tuin.

En nou wordt het nogal ongemakkelijk. Want orang-oetans en mussen zijn hartstikke leuk, maar buxusmotten..?

 

Een buxusmot vindt zichzelf net zo leuk als een orang-oetan zichzelf de moeite waard vindt. En kom nou niet aan met dat Borneo de natuurlijke habitat van die apensoort is en de buxusmot niet in Brabant hoort. Want wie heeft dat bepaald? Wie heeft besloten dat soorten zich niet mogen verspreiden? Wie heeft bedacht dat het onnatuurlijk is dat die Chinese motten via vliegtuigen per ongeluk in een achtertuin in Schijndel terechtkomen? De mensen die dat bedachten, die vinden dat de mens niet bij de natuur hoort. Wonderlijk genoeg zijn dat vaak ook de mensen die vinden dat de mens zich niet belangrijker of waardevoller moet vinden dan de mus, de orang-oetang of de buxusmot.

Dat kan niet allebei waar zijn. Of we staan er boven of we horen erbij.

Mijn idee: mensen zijn niks belangrijker dan welk dier dan ook en we zijn ook niks onnatuurlijker dan de andere dieren. En dus is het hartstikke natuurlijk dat we per ongeluk buxusmotten vanuit China naar Nederland brengen. En nou niet gaan zeuren dat we dan een of andere delicate balans verstoren, want de balans verschuift al miljoenen jaren lang onafgebroken. Is het niet door één soort, de mens, dan is het wel door meteorieten die dinosaurussen uitmoorden. Ook gemompel over ‘de buxusmot heeft hier geen natuurlijke vijand’ maakt weinig indruk – dat heeft de orang-oetan daar in Borneo ook niet.

 

Wat ik maar probeer te zeggen: 1. alle soorten doen er toe, ook als ze niet zo handig zijn voor een haag in uw of mijn tuin; 2. alle vormen van verspreiding zijn geldig en mogen er zijn – een wolf die te voet naar Nederland komt hoort er net zo veel bij als een motje dat verstopt zit in de handbagage van een toerist.

En wie dan toch van die buxusmotten af wil: koop kippen. Die mogen er ook zijn.