Columns > Eric

Eric

Eric Alink kan mooi schrijven. Heel mooi. Zelf ben ik erg van korte zinnetjes en spreektaal – de ronkende zinnen die Eric als stadschroniqueur van ’s-Hertogenbosch achter elkaar mijmert, ik krijg ze van ze lang zal ze leven niet voor elkaar. Dat was trouwens een erg lange zin. Knap van me.

Eric schrijft niet alleen mooi, hij schrijft ook nog eens over mooie dingen. Dat komt omdat Eric bijna overal schoonheid in ziet. Hij overnachtte ooit in een ietwat troosteloos en koud bed-en-ontbijt met het bedoelde karakter van een strandpaviljoen en zonder scheerspiegel. Wie zijn verslag in de krant las, dacht echt wat gemist te hebben. ‘Ik vertrek. Met twee scheerwondjes. Maar in zilte stilte.’

Ik vind dat mooi.

Waar ik al mokkend schrijvend achter elke zon wel een wolk zie, lijkt Eric in zowat alles poëtische schoonheid te herkennen. Over de jongeman die hij op een studentenfeest tegenkwam: ‘Op zijn T-shirt zit een sticker dat hij vrijgezel is. Het plakplaatje wil zich hechten. Nu die onbekende zij of hij nog.’

En dan was daar ineens die column over Omroep Brabant. Met aan sarcasme grenzende ironie sabelde Eric de sensationeel gebrachte onnieuwsstukjes van die omroep neer. Een verrassend betoog, want Zo Niet Eric. Zelf schrok hij er teruglezend waarschijnlijk ook van, want hij besloot zijn tekst met de mededeling dat ie geschreven is op persoonlijke titel.

Waardoor u en ik ons afvragen op wiens titel zijn stadskronieken in de krant dan zijn geschreven.

Het maakt me weinig uit, ik hou wel van zo’n donderpreek. Daar komt bij dat ik het roerend met Eric eens ben. Omroep Brabant werpt vreselijke flutberichten op uw en mijn kosten (want gesubsidieerd) de wereld in. Maar hé Eric, je eigen Brabants Dagblad kan er ook wat van hoor. De papieren versie mag dan nog best een meneer zijn, op internet is de nieuwsdrempel een diepe nieuwskuil geworden: zowat alles past er in. Dichtbij, waar ik elke woensdag een column mag plaatsen, is weinig haren beter. Het scheelt niet veel of een gestolen fiets wordt er gemeld.

De redactrice van de Bossche editie van Dichtbij heb ik zojuist op een idee gebracht.

Wat net zo erg is als dat stompzinnige nieuws-dat-geen-nieuws-is: de weinig objectieve wijze waarop die berichten worden gepresenteerd. Zo refereert Eric aan een Omroep Brabant-bericht met de kop ‘Hopelijk worden de daders snel gepakt’. In de tijd dat ik als leerling-journalist de achterkant van advertenties mocht voltikken, leerde ik al dat ik dit soort meningen aan de lezer moest overlaten. Ik mocht schrijven dat de kont van kater Darcey was opengereten omdat onbekenden er vuurwerk in hadden afgeschoten, de lezer moest zelf maar uitmaken of de daders gepakt moeten worden.

Wonderlijk genoeg doen journalisten – van zowat alle media – over vaders (en heel soms moeders) die hun kinderen om het leven brengen weer erg vergoelijkend. Een familiedrama heet zoiets, alles behalve objectief. Ik ben ooit, alweer bijna vijftien jaar geleden, als gevolg van een misverstand (echt, het waren andermans kinderen die zich misdroegen) met vrouw en vier kinderen van een camping gestuurd. Dát was een familiedrama. Je kinderen doden is geen familiedrama. Dat is moord.

En daar kan zelfs Eric geen poëtische column over schrijven.