Columns > De waterval van Bonarcado

De waterval van Bonarcado

Nee, een plattegrond van Bonarcado heeft de mevrouw van het hotel niet. Er bestaat geen plattegrond van Bonarcado. Maar als ik nou op mijn mobiele telefoon inzoom op dat 1600 inwoners tellende Sardische bergdorp, dan zal ze me aanwijzen waar de supermarkten zijn. Via 3G, want de wifi is stuk. ‘Wordt aan gewerkt.’

Bonarcado heeft supermarkten. Meervoud. Die ene zit aan de Via Roma, maar die kan ze niet aanbevelen. Weinig keuze en hoge prijzen. Beter loop ik even verder, naar Gianni Ore. Goedkoper en veel meer keuze. Echt veel meer. ‘It is bigger.

Die supermarkt ligt helemaal aan de andere kant van het dorp en dus is het bijna vijf minuten lopen. Even twijfelen mijn vrouw en ik of dit wel de plek is. Een gammel hek met daarachter iets dat het midden houdt tussen een tuin en een berg rommel. Met daartussen een winkelwagentje en tegen de gevel van het winkeltje een bankje, beschilderd met verf die er blijkbaar nog voorhanden was. Ik tel zeven kleuren.

Het is vijf uur en de deur gaat open. Of dit de supermarkt is, vragen we. ‘Yes, yes, welcome’, lokt ze ons door het plastic vliegengordijn. Wandelend door de twee korte gangen zijn we in gedachten vooral bij de concurrent aan de Via Roma. Hoe beperkt het assortiment daar dan wel niet moet zijn. Gelukkig hebben we niet veel nodig. Een tros druiven, twee perziken, een fles water en een fles wijn – en mevrouw heeft het allemaal. Ze praat nog een beetje Nederlands ook. ‘Vijf jaar Italiaanse restorante in Alphen aan die Rijn. Maar mama ziek. Dus weer hier.’

 

In het hotel treffen we de dame van de receptie weer aan. Ze wil ons graag informeren over de highlights van de omgeving. De waterval, daar moeten we toch zeker heen. Wel goede schoenen aandoen, want het is een fikse wandeling – zo vanaf de weg via trappen naar beneden. Het water valt er diep. Het is immers een grote waterval. En o ja, rustig rijden – je bent er zo voorbij en er staat nergens een bord.

Die avond raken we in het restaurant van het hotel in gesprek met landgenoten die ook bij die waterval waren. Dat het wat tegenviel, zegt een van hen. En dat hij het niet vertrouwt. ‘Er heerst een hittegolf, er is geen smeltwater van besneeuwde bergen en allerlei beken liggen droog. Die waterval is nep. Het water komt uit een waterleiding. Kan niet anders.’ Waarom of ‘ze’ al die moeite doen, vraag ik. ‘Voor de toeristen.’ Maar of dat dan geen verspilde moeite is, aangezien er niet eens een bordje aan de kant van de weg staat dat toeristen wijst op die nepattractie.

‘Daar komen ze dan weer niet op’, weet de man.