Columns > De sauna van Aken

De sauna van Aken

Noorbeek ligt ideaal: zo ongeveer in het midden van de driehoek Maastricht-Luik-Aken en ook nog eens een paar kilometer van de Vlaamse enclave Voeren, een idyllisch gebied vol monumentale kastelen. Die op de eerste dag van onze vierdaagse vakantie allemaal gesloten zijn. ‘Dit wordt een goedkope vakantie’, zeg ik bij de derde dichte poort.

We voelen ons jong, mijn vrouw en ik. Want wie we ook tegenkomen als toeristen in de Zuid-Limburgse heuvels: ze zijn allemaal behoorlijk boven de 65. En hebben allemaal elektrische fietsen. ‘Dat moesten we een volgend keer ook maar eens doen’, vindt mijn vrouw. ‘Ik moet nog zestig worden’, zeg ik.

 

Op dag twee doen we Aken. Nooit eerder geweest. Vrienden van ons wel en die hebben met enthousiasme over de sauna daar gesproken. Nadat ik in de Akense binnenstad een spijkerbroek heb gekocht, gaan we naar de Carolus Thermen.

De sauna’s in Duitsland werken niet zo heel veel anders dan die in eigen land. Maar het is alweer even geleden dat ik er was en dus vind ik het behoorlijk complex wat ik bij de ingang te horen krijg – dat gedoe met een geel muntje dat is gekoppeld aan mijn account en in een houdertje moet worden geklikt en dat het houdertje dan meteen de sleutel is van de locker waarmee ook nog eens toegang wordt gegeven aan het blote-mensen-deel en dat ligt dan weer achter het badkleding-zwembad. Wat we eten en drinken wordt bijgeschreven op dat muntje en aan het einde van ons bezoek moet die sleutel dus in de sleutelwand worden gestoken en dan moeten we het muntje eruit trekken en inleveren bij de kassa.

En dan moet u erbij bedenken dat deze uitleg in het Duits wordt gegeven en dat er maanden voorbijgaan zonder dat ik die taal hoor. Of ik het heb verstanden, vraagt de meneer aan de kassa. ‘Jawohl’, lieg ik en bedenk zenuwachtig dat het vast allemaal mis zal gaan.

 

Nou hoef ik weinig moeite te doen om nerveus te worden, het is een van mijn vader geërfd talent. Wat ik ook goed kan als ik nerveus ben: dingen vergeten. Dit keer is het niet anders, al duurt het even voor ik ontdek wat ik vergat.

Dat is het moment dat we ons kluisje openen en er onze portemonnees, telefoons, schoenen en kleding uithalen. De kleding tenminste die we uren eerder in dat kluisje hebben gestopt. Niet de kleding die ik nerveus en vergeetachtig in een kleedhokje achterliet en inmiddels door iemand anders is meegenomen en nergens meer is terug te vinden.

Ik mag het onderhemd van mijn vrouw aan. En haar spijkerjasje mag ik om mijn heupen draperen. Het is maar pakweg honderd meter naar onze auto. Waar op de achterbank een splinternieuwe spijkerbroek op me ligt te wachten. Onderweg naar de auto komen we maar weinig mensen tegen.

De nieuwe jeans staat me goed. Hooguit een beetje te ruim bij de heupen. Verdomd, in de vergeten broek zat een lederen broekriem.

‘Morgen gaan we naar Maastricht’, zegt mijn vrouw. ‘Mooie stad om een riem te kopen.’ Ik beloof dat ik het niet zal vergeten.