Columns > De gemeente mag niet innovatief zijn

De gemeente mag niet innovatief zijn

‘Ik mag niet gek doen’, zei mijn vrouw nogal eens toen onze kinderen klein waren. De vaststelling kwam nadat ze bij hoge uitzondering eens besloot om malle grapjes te maken, met een verdraaide stem te doen alsof ze iemand anders was of als ze bij verrassing een raar hoedje opzette. Onze kinderen keken dan met een blik die een mix was van afkeuring, argwaan en vrees. ‘Is dat mama..?’

Ik daarentegen mocht net zo gek doen als ik maar wilde. Graag zelfs.

Waarschijnlijk was het omdat ik, o hoe traditioneel, hele dagen buitenshuis werkte en mijn vrouw dat toen slechts in deeltijd deed. En dat zij daardoor vaker pleisters plakte, haren van de kroost kamde en erop toe zag dat echt alle drie de, per bord opgeschepte, wortels bij het avondeten werden opgegeten.

Papa mocht zich enorm aanstellen, zolang er maar de zekerheid was van de stabiele, voorspelbare mama. Het was een prima rolverdeling. Mama, papa en de kinderen konden zich er goed in vinden.

 

Dat was toen. Vandaag de dag worden stabiliteit, zekerheid en voorspelbaarheid meer en meer vereenzelvigd met saai, stoffig en achterhaald. Iedereen wil wild zijn, out of welke box dan ook. ‘Ik ben me er eentje. Echt, ik ben me toch een druif.’

Als dat ergens duidelijk wordt, dan is dat op het werk. ‘Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je deed’, zegt de ingehuurde changemanager in een zaaltje vol leidinggevenden van een onderneming waarmee het crescendo gaat. Niemand die op het idee komt de vinger op te steken en te zeggen dat we dus maar vooral moeten blijven doen wat we deden. ‘Want het gaat best lekker.’ ‘Stilstand is achteruitgang’, weet de charismatische coach. De zaal knikt.

Het is de opstap naar brainstormen, scrummen, agilen, moodboarden, omdenken, domdenken en met zijn allen Loesje-teksten maken. ‘En denk er om mensen: niks is fout.’

Dat bedrijven voor eigen rekening en risico zich onderdompelen in het bad van als-het-nieuw-is-dan-is-het-goed, dat moeten ze natuurlijk helemaal zelf weten. Het is hun geld.

Maar overheden moeten er ver weg van blijven.

 

Ik ben gemeenteraadslid en werd een paar weken geleden geïnformeerd over hoe de ambtenarij in mijn gemeente druk is met innovatie. De vernieuwingsdrift ging die avond zo ver dat een van de sprekers de retorisch bedoelde vraag stelde of innovatie wel nieuw moest zijn. ‘Moet water nat zijn?’, hoorde ik mompelen.

Ja, water moet nat zijn. En ja, ambtenaren moeten degelijke, gestructureerde verordeningen maken en zich daar vervolgens strak aan houden. Ja, ze moeten alle inwoners in vergelijkbare situaties hetzelfde behandelen. Ja, een reactie op een klacht moet binnen een vooraf bepaalde termijn behandeld zijn. En ja, maatwerk is uit den boze. Hoe eigentijds het ook mag lijken: wie het publieke en dus algemene belang dient, doet niet aan maatwerk.

De gemeente is een moeder die van al haar kinderen evenveel houdt en die voor al die kinderen stabiel en betrouwbaar is. Die maakt geen malle grapjes, verdraait haar stem niet en zet nooit een raar hoedje op.