Columns > Code rood

Code rood

Ik zie me nog staan. Ik was 5, 6 of 7 jaar. Ik stond op het tuinpad en durfde geen stap meer te zetten. Het tuinpad, de stoep en zelfs de straat waren spekglad. Het was winter, er was nergens gestrooid en de wereld buiten was een spiegel.

Voor mijn oudere zussen en broer was het feest. Net als voor veel andere kinderen uit de buurt. Ze gleden, vielen, stonden op en lachten. En ik stond aan de grond genageld. Bang. Dat was het moment dat mijn vader besloot zout te strooien. Een klein stukje. ‘Want de anderen willen glijden.’

 

Ik was bang, maar wist ook dat gladheid er nu eenmaal bij hoort in de winter. En ik zag en leerde dat gladheid ook leuk is. Ik leerde om het leuk te vinden te glijden en dat je na een valpartij weer opstaat. Zoals ik het ook ooit meemaakte dat auto’s over een glad wegdek kunnen glijden. Het Kevertje van mijn vader maakte ooit een enorme schuiver en kwam tot stilstand tegen een lantaarnpaal.

Zo gaat dat in de winter. Zoals ik in de zomer wel eens blaren op mijn armen had staan – te lang in de zon met te weinig of geen zonnecrème.

Vallen, verbranden, deuken in auto’s – het hoorde er allemaal bij. En toen bedacht iemand code rood.

 

Het is alweer dertig jaar geleden dat een kennis van me met zijn vriendin op vakantie was in Zweden. ‘Die Zweden, dat zijn angsthazen’, zei hij bij thuiskomst. ‘Kinderen hebben een helm op als ze fietsen. Compleet mesjokke.’ Twintig jaar daarvoor waren er in het Nederlandse parlement debatten over de verplichting van de autogordel, fietsverlichting en brommerhelm.

 

Die helmen, gordels, lampjes en codes oranje en rood hebben ongelukken en zelfs doden voorkomen. Dit is geen pleidooi om met zomerbanden onder de auto met 130 kilometer per uur de snelweg op te rijden als het ijzelt. Of om zonder zwemvest in een roeiboot de zee op te gaan als het stormt.

Maar toch. In het kielzog van al die veiligheid is er angst in ons geslopen. Angst om uit te glijden, om al slippend een paaltje te raken, om niemand te kunnen bellen als we met pech aan de kant van de weg staan, om zonder navigatie de weg kwijt te raken en om ziek te worden als iemand naast ons kucht.

Eén van mijn kinderen is ooit uit een bus gezet omdat hij hoestte. Want bacillen. Mijn vrouw, leerkracht, werd ooit gevraagd een wandeling met kinderen naar de lokale bieb af te zeggen omdat er regen was voorspeld. Kennissen van me waren op internet een keer op zoek naar een verzekering die uitkeerde als het tijdens de vakantie zou regenen.

Gisteren waren we bang voor gladde wegen. Over een jaar of wat zeggen we afspraken af als het erg waait. En over een decennium of wat is alles buiten ons huis eng. Is alles code rood.