Columns > Barbara

Barbara

Maar liefst elf miljoen pakketjes per dag bezorgt Post NL. De pakketdienst van PostNL doet in het zo efficiënt en dus zo snel mogelijk verplaatsen van dozen en doosjes. Eén doos ligt echter al sinds juni 1990 op dezelfde plank te verstoffen.

Barbara Limpens.

Koninklijke PTT Nederland werd TPG Post en TPG Post werd TNT en TNT werd PostNL, maar Barbara bleef liggen waar ze lag en verroerde zich niet.

 

De doos werd wel steeds groter. Want in 1990 was Barbara nog medewerker van de afdeling Personeelszaken en elke keer als het bedrijf van naam veranderde en er nieuwe visitekaartjes moesten worden gedrukt, kreeg ze een mooiere functienaam. In 2017 werd ze op een zomerdag wakker als directeur HR & Sourcing van de pakketjes.

Herna Verhagen is CEO bij PostNL en is dus een grotere doos, maar Barbara Limpens mag er ook wezen. Ze is dozig genoeg om op televisie te komen. Om te vertellen dat heel veel outgesourcde pakketbezorgers best tevreden zijn en dat er altijd wel eens ergens wat mis gaat.

Wat heet. Het programma De Monitor liet gisteravond zien dat er 21 pakketjes per uur moeten worden afgeleverd om genoeg over te houden om van te leven – al kan een pensioenvoorziening en een arbeidsongeschiktheidsverzekering er dan nog steeds niet af. Een ervaren bezorger met vooral flats in zijn wijk –weinig afstanden tussen de deurbellen dus – haalt er zestien. Achttien soms.

Barbara vertelde aan Teun van de Keuken van De Monitor dat PostNL erg van de communicatie is en dat er jaarlijks overleg is met de zelfstandige bezorgers. Eén van hen beaamde dat. ‘Dan krijgen we te horen met hoeveel procent de tarieven nu weer omlaag gaan.’

Barbara was in 1990 tussen negen en vijf nog van u en van mij. Toen ze dat jaar van de universiteit kwam, trad ze in dienst bij het staatsbedrijf PTT. Postbezorging werd toen nog gezien als iets dat van ons allemaal is en de medewerkers daar werden als rijksambtenaren niet rijk, maar ook niet arm. Over pensioen en arbeidsongeschiktheid hoefden ze zich niet druk te maken. Was allemaal geregeld.

 

Het postbedrijf werd heel neoliberaal een bedrijf. U en ik lieten het allemaal gebeuren. Zoals we ook schouderophalend van onze ziektekostenpremies de campagnes gingen betalen waarmee Zilveren Kruis de strijd kon aangaan met Avéro – die twee clubs zijn trouwens onderdeel van hetzelfde concern Achmea en de bazen daar liggen in een deuk dat wij dat allemaal laten gebeuren.

En dan is er nog het openbaar vervoer. Waarom lieten we ons treinverkeer uit onze handen rukken en er twee ondernemingen van maken: eentje voor de treinen en eentje voor de rails? Die vervolgens een circus van overlegstructuren optuigden om samen te doen wat ze voorheen als één organisatie prima voor elkaar kregen.

De streekbussen. Om de zoveel jaar is er een aanbesteding en dan wint Arriva het van Connexxion of andersom. De Arriva-bussen worden overgespoten in de kleuren van Connexxion en de Arriva-chauffeurs krijgen hun loonstrookje voortaan van Connexxion.

De energiebedrijven. Dat Nuon en Essent maar niet echt willen vergoenen, komt omdat u en ik er niks meer over te vertellen hebben. Dat hadden we ooit wel. Want die bedrijven waren van provinciale en gemeentelijke overheden en dus van ons.

De Arbeidsvoorziening. Ik kan een boek schrijven over hoe de arbeidsbemiddeling in handen werd gelegd van een bedrijf met de naam Kliq en hoe onervaren managers daar bedrijfje gingen spelen en in een paar jaar tijd duizenden medewerkers vanwege mismanagement moesten ontslaan.

De Postcheque- en Girodienst. We hadden tot 1986 een eigen bank met zijn allen. Niet per ongeluk, om een commerciële bank van uw en mijn geld te redden – nee, een eigen financiële instelling voor het algemeen nut. Voor het publieke belang.

 

Beste mensen, alles wat er qua werk en diensteverlening toedoet moet van ons allemaal zijn. Wat er overblijft stoppen we in een doos, leggen we ergens op een plank en noemen we Barbara.